De stille pijnsignalen van de kat
Dit artikel verscheen eerder in Pets Vision
Door Paulien Derwort
Pijn bij katten wordt door eigenaren vaak over het hoofd gezien. Daar ligt een collectieve taak voor huisdierprofessionals, bepleiten Dierenarts Moss Tijssens en kattengedragsdeskundige Liesbeth Puts.
“Een kat is géén kleine hond”, vertelt Moss Tijssens, dierenarts in Nijmegen. “Katten zijn niet alleen op medisch gebied totaal anders dan honden, ook in het gedrag moeten we ze anders benaderen op de behandeltafel. Een kat vindt het niet prettig om stevig te worden beetgepakt bijvoorbeeld.” Tijssens is als ‘Cat Advocate’ verantwoordelijk voor het katvriendelijk houden van de dierenartspraktijk. Medewerkers worden bijvoorbeeld extra getraind om tegemoet te komen aan de specifiek behoefte van katten.
Het gedrag en de lichaamstaal van de kat vertelt veel over wat hij nodig heeft, maar veel van die signalen worden vaak gemist door baasjes. “Hij wordt gewoon oud,” denken veel mensen dan. Tijssens: “Katten die pijn hebben trekken zich vaak terug. Ze lijken vaker te slapen, maar ze blijven hun omgeving scherp volgen. Het lastige is dat de kat zijn pijn bijna niet laat zien. De kat is van oudsher een jachtdier, maar kan ook een prooidier zijn. Hij wil zichzelf niet verraden.”
Geen zwakte tonen
Dat probleem ziet ook Liesbeth Puts, kattengedragsdeskundige. Ze schreef een boek over kattengedrag met daarin ook veel aandacht voor pijnherkenning. Puts: “Katten zijn solitaire dieren die hun territorium moeten bewaken. Daarom tonen ze geen zwakte. Eigenaren denken dan vaak: mijn kat is onafhankelijk, die redt zich wel. Maar tegen die opvatting moeten we echt vechten. Vaak denkt men dat zolang de kat nog eet of drinkt, alles goed gaat. Maar als een mens pijn heeft van de reuma, eet of drinkt hij ook gewoon nog. Het is daarom belangrijk om het gedrag in z’n geheel beter te begrijpen.”
Puts benadrukt dat iedere plotselinge gedragsverandering aanleiding tot zorg kan zijn. “De kat wil niet meer opgetild worden, gaat blazen of grommen. Dat kan betekenen dat het aanraken pijn doet. Ook kan bewegen pijnlijk zijn. Katten die last hebben van artrose bewegen minder. Ze springen niet zo hoog, liggen op andere plaatsen om pijn te vermijden. Terwijl het lijkt alsof de kat van ouderdom wat rustiger wordt. Veel katten gaan zichzelf ook meer likken als ze pijn hebben – steeds op dezelfde plek. Veel mensen denken dat stress dan de oorzaak is.”
“Dierprofessionals hebben een gezamenlijke taak bewustwording te creëren”
Liesbeth Puts
Want volgens Puts wordt kattengedrag vaak onterecht gekoppeld aan menselijke emoties. “Het lijkt dan alsof een kat ‘uit protest’ ineens niet meer op de kattenbak gaat. Ook worden pijnsignalen soms verward met agressie of stout gedrag. Vervolgens gaat men in de weer met de plantenspuit, waardoor de kat die al pijn heeft, zich nog ellendiger voelt. Daarom is het belangrijk om altijd eerst lichamelijke klachten uit te sluiten.” Volgens Puts hebben huisdierprofessionals daarin een belangrijke taak: “Stel iemand vraagt in een dierenwinkel naar kalmerende middelen voor de kat, dan is het belangrijk dat de verkoper doorvraagt over het probleem, en eventueel doorverwijst naar de dierenarts.”
De lichaamstaal van pijn
Moss Tijssens ziet in haar dierenartsenpraktijk dat katteneigenaren heel verschillend met de signalen van de kat omgaan: “Ik zie in de kliniek eigenaren die hun kat heel goed kunnen ‘lezen’, en anderen die het niet geloven als ik ze vertel dat hun kat pijn heeft.” Katten laten niet alleen in het gedrag maar ook met hun lichaamstaal pijnsignalen zien. Tijssens: “Maar ze miauwen niet en maken meestal geen geluid, je moet echt goed leren kijken.”
Je kunt pijn herkennen in de gezichtsuitdrukking, de stand van de ogen en oren, de positie van het hoofd en de lichaamshouding. De ogen worden meer samengeknepen, de oren gaan platter liggen, de snuit wordt aangespannen waardoor het hoofd een puntiger vorm krijgt. “Ook lijkt de nek wat korter,” vertelt Tijssens. “De kat zit vaak wat meer ineengedoken met het hoofd tussen de schouders. En je ziet het aan de beweging. Normaal gezien zijn katten ‘vloeibaar’, hij kan zich mooi uitstrekken en heel klein oprollen. Met name bij rugpijn gaat dat niet meer zo soepel. Ook lekker uitstrekken op de krabpaal lukt niet meer.”
Goed observeren
Volgens Liesbeth Puts zijn de pijnsignalen vaak wel subtiel: “Voor de gemiddelde eigenaar is de gezichtsuitdrukking niet altijd goed te herkennen. Ook bij bepaalde rassen, zoals de Perzen met ronde ogen, zijn de veranderingen in het gezicht moeilijk op te sporen. Dan moet je naar het gedrag als geheel kijken. Hoe beter je relatie met de kat is, hoe sneller je pijn zult opmerken.” Ook Moss Tijssens benadrukt dat niet elke kat hetzelfde laat zien. “Daarom moet je goed observeren hoe hij zich gedraagt, waar hij slaapt, hoe hij traploopt, wat zijn pootzetting is. In de kliniek geven we de kat soms pijnstilling om te zien hoe hij zich in de weken daarna gedraagt. Als het gedrag ineens verandert, weet je dat pijn de oorzaak was.”
Toch zijn veel eigenaren terughoudend als het gaat om pijnstilling. Liesbeth Puts ziet dat ook vaak terug: “Veel kattenbaasjes zijn bang om medicatie in te zetten. Ze denken: ‘ik neem zelf ook geen paracetamol bij ieder pijntje’. Ook stellen veel baasjes de beslissing voor euthanasie soms te lang uit. Dat is begrijpelijk, maar je neemt een beslissing voor een dier dat misschien wel met heel veel pijn leeft.”
Regelmatige controle
Ook volgens Tijssens is pijn vaak onnodig. “Een kat hoéft niet te lijden. Het kan vaak worden opgelost met pijnstillers of met een behandeling of operatie. Het is wel belangrijk om niet te gaan zelf dokteren. Paracetamol is dodelijk voor katten.” Tijssens legt uit dat je ook met aanpassingen in huis het leven van de kat al aangenamer kan maken: “Zorg voor extra opstapjes zodat de kat makkelijk op zijn favoriete plekje kan komen, of makkelijk de kattenbak in kan klimmen. Haal dat vervelende klepje uit de bak, zodat hij geen pijn meer ervaart op z’n rug. En laat z’n gebit checken. Meer dan 80% van de volwassen katten heeft gebitsproblemen. Eten zullen ze uit overlevingsdrang bijna altijd blijven doen, maar het kan enorm pijnlijk zijn. Met een jaarlijkse of halfjaarlijkse controle ben je dat soort problemen voor.”
Verantwoordelijkheid van de professional
Puts sluit zich daarbij aan. “Ik had laatst een kat in mijn praktijk die sproeide. Hij bleek een slecht gebit te hebben, zijn hele bek was ontstoken. Sproeien is ook een manier om de pijn af te reageren. Controles kunnen dan veel leed besparen, je voorkomt dat een kat heel langzaam achteruit gaat. Aandoeningen zoals blaasgruis ontstaan niet in een paar weken. Sommige katten leven jarenlang in pijn zonder dat iemand het in de gaten heeft.”
Volgens Puts hebben professionals een gezamenlijke taak om meer bewustwording te creëren: “Wij als gedragstherapeuten maar ook in asielen, dierenspeciaalzaken en op andere plekken is het belangrijk dat we ons blijven bijscholen. En we moeten de juiste verwijzing geven. Want als je eenmaal de oorzaak in de verkeerde hoek zoekt, blijven mensen vaak op het verkeerde spoor hangen. Het is nu bijvoorbeeld in de mode om met allerlei natuurlijke en homeopathische middelen aan de slag te gaan, zogenaamd tegen stress of angst. Maar als professionals moeten we ons realiseren dat pijn veel vaker de oorzaak van gedragsproblemen is dan we soms denken.”
Moss Tijssens
Moss Tijssens is dierenarts bij Dierenkliniek Sint Anna 404 in Nijmegen. Ook schrijft ze onder de naam “Miss Moss” (kinder)boeken over het leven in de dierenkliniek. Haar laatste boek is geschreven vanuit het perspectief van “Sjef de Kliniek”, de hond van de dierenarts.
Liesbeth Puts
Liesbeth Puts is gediplomeerd en internationaal geaccrediteerd kattengedragstherapeut. Ze geeft trainingen aan professionals en particulieren. Ze schreef het boek Als de kat het voor het zeggen had over kattengedrag, en een opvoedgids voor kittens. In februari verschijnt haar nieuwste boek over lichaamstaal bij katten.