Als Marcel van Wing vertelt over de palmolie-industrie, voelt hij direct de woede opborrelen. ‘Als je ziet hoe dat regenwoud verdwijnt, springen de tranen in je ogen. Maar dat geeft me ook de kracht om er iets aan te doen.’
Door Paulien Derwort
Marcel van Wing had jarenlang een mooie carrière in de reclame. Hij werkte voor grote klanten zoals Unilever. ‘Dus ook voor merken als Becel, ja,’ zegt Van Wing. ‘Maar het woord “palmolie” is in al die jaren nooit gevallen; alsof het geen issue was.’ Van Wing woonde in de jaren ’90 in Indonesië en zag er met eigen ogen het verwoestende effect van de palmolieplantages. ‘Het regenwoud is op veel plekken compleet verdwenen. Dertien miljoen jaar ontwikkeling en soortenrijkdom in één keer kapot gemaakt.’
Stevige lobby
Want dat is in een notendop het probleem: tropisch regenwoud wordt voor weinig geld verpatst om palmolie op te verbouwen. ‘Het is een markt van vijftig miljard dollar met een stevige lobby erachter,’ vertelt Van Wing. Palmolie is populair. Het is een veelzijdig ingrediënt dat producten bijvoorbeeld smeuïg maakt of juist krokant. Het zit in van alles: van Nutella tot koekjes, en van cosmetica tot in biodiesel. Van Wing: ‘Dankzij de ontbossing achter de palmolie stoot biodiesel meer CO2 uit dan gewone diesel.’
“Op een palmolieplantage is het doodstil. Al het leven is weg”
Palmolie is zó goedkoop, dat producenten er grote winsten mee maken. En daarom is de ontbossing moeilijk te stoppen. En dat is eigenlijk op alle fronten slecht nieuws voor de aarde, ziet van Wing: ‘Wie wel eens in het regenwoud is geweest weet dat je elkaar daar niet kunt verstaan van de herrie. Je hoort geschreeuw, vogels, het gezoem van beestjes. Maar op een palmolieplantage is het doodstil. Al het leven is er weg. De grond wordt vergiftigd met bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Soorten verdwijnen, het regenwoud kan geen CO2 meer opnemen, ecosystemen storten in elkaar. Toen ik dat met eigen ogen zag wist ik: hier wil ik iets aan doen.’
Aantrekkelijke vervanger
Van Wing is ervan overtuigd dat palmolie overbodig kan worden: ‘Het werkt niet om met geitenwollensokken-producten aan te zetten. Duurzaamheid gaat het pas winnen als het aantrekkelijk wordt voor een groot publiek. Palmolie moet daarom worden vervangen door concurrerende alternatieven met een gelijkwaardige smaak en structuur.’ Van Wing stortte zich op de ontwikkeling van duurzame margarine: ‘Margarine is op zich een mooi, plantaardig product. Maar het bestaat soms tot wel 50% uit palmolie. Dat moest eruit.’
Met De Flower Farm heeft Van Wing een margarine ontwikkeld waarin sheaboter is verwerkt in plaats van palmolie. Sheaboter groeit in Afrika aan de Karitéboom, gewoon in het wild. ‘Een mooi alternatief,’ vindt Van Wing. Sheaboter heeft een lekkere, nootachtige smaak. Maar het is moeilijk om grootschalig, te verbouwen. Sheaboter is dus niet dé oplossing om alle palmolie in de wereld te vervangen. ‘Maar het is een goed begin,’ vindt Van Wing. ‘Van onze margarine kan ik ten minste met zekerheid zeggen dat er niet voor is ontbost’.
“Ze stoppen niet totdat de laatste boom geveld is”
Want die garantie is er bij palmolie eigenlijk nooit. Er bestaat wel een keurmerk, de RSPO (Round Table of Sustainable Palm Oil), maar die staat nergens op de verpakkingen. Van Wing: ‘De RSPO is bovendien opgericht door de palmolie sector zelf. De regels zijn vaak boekhoudkundige trucs en de sancties stellen niks voor. De sector doet er alles aan om de vraag naar goedkope palmolie groot te houden.’ Dat heeft Van Wing zelf gemerkt toen hij de kuipjes van The Flower Farm op de markt wilde brengen. ‘Ons bedrijf, maar ook onze afnemers, zijn onder druk gezet door de palmolie-industrie. Ze hebben een geraffineerde manier van tijdrekken, onderzoeken instellen en greenwashing. En ondertussen dwarsbomen ze écht duurzame alternatieven en gaat de ontbossing door. Ze stoppen niet totdat de laatste boom geveld is.’
Maar Van Wing zette door. Inmiddels liggen de kuipjes van The Flower Farm bij de Albert Heijn, en zijn er al meer dan vijf miljoen van verkocht. ‘Ik ben daar heel trots op. Daar zou anders 550.000 m2 aan palmolieplantage voor nodig zijn geweest.’
Is Van Wing nu ineens een margarineproducent? ‘Het is niet per se mijn bedoeling om zoveel mogelijk margarine te verkopen. Ik ben ook maar een gewone reclamejongen uit Amsterdam. Ik zie het meer als een aanmoediging voor het bedrijfsleven om mee te veranderen. Duurzaamheid is voor veel ondernemingen nog een bijzaak, een marketingtruc, in plaats van de basis van hun bedrijfsvoering.’
Kennis verspreiden
Van Wing pleit dan ook voor een andere manier van ondernemen. En dat is ook nodig, de sheaboter in zijn margarine is tot wel acht keer zo duur als palmolie: ‘De marge op een pakje Becel is 50 tot 60 procent. Ja, wij verdienen veel minder op een kuipje, maar ik heb ook geen aandeelhouders die bij me komen zeuren. Alles wat we verdienen gaat weer terug in marketing – om zo de boodschap en de bewustwording zo groot mogelijk te maken.’
En dat blijkt ook te werken. Van Wing: ‘Toen we startten had 35% van de mensen kennis over palmolie, nu is dat 50%. Steeds meer mensen weten dat palmolie niet in de haak is. Daardoor zullen meer mensen op zoek gaan naar alternatieven. En vroeg of laat moeten ook de grote multinationals er wat mee.’
Een nieuwe economie
Dat is ook de hoop van Van Wing: laten zien dat het anders kan. ‘Je kunt schrikken van al het nieuws over de dramatische staat van onze planeet. Veel mensen voelen zich lamgeslagen en sluiten vervolgens hun ogen voor de problemen. Maar met The Flower Farm doén we er iets aan, op een positieve manier.’
Van Wing heeft twee kinderen van 17 en 19, hij doet dit ook voor hen. ‘Die nieuwe generatie denkt en onderneemt op een andere manier. We moeten echt afscheid nemen van dat kortetermijndenken en het Keynesiaanse economische model. Als je iets kapot maakt, komt het nooit meer terug. We kunnen wel lopen jankepotten over wat er allemaal mis is in de wereld, maar we kunnen ook in actie komen. Als we met z’n allen bewuster gaan leven, kunnen we het moois dat er nog is behouden en de natuur die we zelf zo hard nodig hebben stabiliseren.’
Lees hier meer over The Flower Farm.
De zomer van 2021 werd geteisterd door bosbranden, overstromingen en andere klimaatrampen. Dat inspireerde mij tot het schrijven van artikelen over missiegedreven ondernemers die de voedselindustrie willen verduurzamen. Een seintje krijgen bij een nieuwe blogpost over voedselinnovators? Meld je hier aan.