Boerderijen van de toekomst

Ik hoop dat je het jaar goed bent begonnen, met fijne mensen om je heen. Ik begon 2022 met een workation in België. Slapen, werken en een beetje relaxen in een foeilelijk Belgisch huis. Middenin mijn winterdip stuitte ik plotseling op iets moois.

Het was echt ‘Ardennens’ weer (mooi groen daar altijd hè?).  Na drie dagen non-stop plenzen konden we eindelijk naar buiten voor een mooie tocht langs de Ourthe. Maar ondanks goeie schoenen, en na veel ‘gekluund’ te hebben door weilanden om overstromingen te ontwijken, konden we uiteindelijk echt niet meer verder. Het water versperde de route. Met een omweg zijn we terug naar de auto gegaan.

“Goh, als het nu al zo overstroomd is, hoe was het hier dan afgelopen zomer?” vroeg ik me af. Je zou het bijna vergeten, maar de overstromingen van afgelopen juli hebben ook in België ravages aangericht, met 41 doden tot gevolg. Het middeleeuwse, Efteling-achtige dorpje Durbuy, waar ik als schaamteloze lockdownvluchteling nu vrolijk een glühwein dronk, stond destijds volledig onder water. En ook nu weer klotste het water dreigend over de oevers.

Don’t look up

Dat was een wrange reminder van het immense probleem waar we als aardbewoners nog steeds mee te maken hebben. Het jaar begon al met de warmste 1 januari ooit gemeten. Daarom leek het me goed om daar in België Don’t look up te kijken op Netflix. Een op zich niet erg goede film, maar met wel een belangrijke boodschap. Je kunt als wetenschapper nog zo’n onheilspellende en urgente waarschuwing brengen, “ze” willen toch niet luisteren. Macht, politiek, geld: ze veroorzaken onze eigen ondergang.

Gezellig dit, Paulien.

Ja sorry, moment – wacht ff

Want ik zag opeens nog iets anders op Netflix. Hij staat er al een tijdje op, de documentaire The biggest little farm. Het gaat over een idealistisch koppel dat in Californië een dood stuk landbouwgrond opkoopt en er een regeneratieve boerderij voor in de plaats maakt. Geen monoculturen, geen megastallen, geen gif en kunstmest, maar natuurinclusieve landbouw. Zoveel mogelijk soorten en gewassen door elkaar verbouwen, zodat de biodiversiteit herstelt. Natuurlijke bestrijders inzetten. De bodem herstellen. En wat er dan gebeurt is adembenemend. 

Want als we gaan samenwerken met de natuur, kan er een ontploffing aan nieuw leven ontstaan. En die herstelde grond vol planten, insecten en wilde dieren, is ook nog eens veel bestendiger tegen klimaatproblemen zoals hevige regenval, overstromingen en droogte. Als je eens hoopvolle maar eerlijke feelgood-tv nodig hebt (als antidotum tegen Don’t look up, bijvoorbeeld), kijk dan nog eens The biggest little farm.

Toevallig (of niet) schreef ik laatst een artikel over een mooi initiatief dat hierop lijkt, maar dan gewoon in Nederland. Stichting Lenteland koopt oude landbouwpercelen op, en tovert uitgeputte grond om tot bloeiende boerderijen waar het krioelt van de wormen, zoemt van de bijtjes en het kwettert van de vogels. En iedereen kan meedoen met deze coöperaties!

Voor Voor de wereld van morgen van ASN Bank schreef ik een artikel over Lenteland: Lees hier meer over Lenteland.

Heb een mooi, vruchtbaar nieuwjaar! 🙂 🌱

Deel deze blogpost:

Meer lezen zoals dit?

Ontvang mijn Maand Mail in je inbox.

Lees mijn andere blogposts

Ontvang mijn Maand Mail

Ontvang elke maand een selectie van mijn gedachtekronkels, nieuwtjes, en mijn laatste publicaties.

× Stuur me een appje